Kan ik dan wel genoeg van mijn kind houden?

De vraag of je kunt houden van een kind dat niet biologisch van jou is, is niet zo moeilijk. Natuurlijk kan dat, en gelukkig maar. Lastiger wordt het als het gaat om een besluit tot gezinsvorming. Ik heb zelf overwogen om pleegouder te worden. Dan gaat het om het kind van iemand anders die onder jouw zorg gaat vallen. Mijn besluit om dit niet te doen heeft echter vooral te maken met de instanties die tot je gezin toelaat, en is niet zozeer omdat ik tegen de zorg opzie of denk dat ik een pleegkind niet kan liefhebben. Maar het is wel anders.

De besluiten die in mijn praktijk voorbij komen gaan vaak over een kind dat biologisch wel van de een, maar niet van de ander is. Ooit begeleidde ik een mannenstel die door middel van de zus van de èèn een kind hebben gekregen – zij was een liefdevolle draagmoeder die dit uit volle overtuiging deed. Voor hen was er geen keuze: de man die niet de genen van de familie had, werd de biologische vader. De familie van de andere vader werd gerepresenteerd door de draagmoeder en zus. Dit maakte dat er een soort evenwicht ontstond, en uiteraard was er een grote kinderwens.
Maar als een kinderloos stel uiteindelijk komt te staan voor de keuze tussen wel een donor of niet een donor, is er niet altijd een donor uit de familie voorhanden. Vaker is het een transactie, een onbekende donor uit het buitenland waarvan je niet zoveel weet. Je wordt als vrouw zwanger van iemand die je totaal niet kent, en het kind is, zoals iemand kortgeleden tegen me zei, maar voor de helft van jou. En voor jou als vader is het, biologisch gezien, een ‘vreemde’. Kan je daarvan houden? Of, belangrijker, genoeg om het anders zijn te overbruggen?
Uiteindelijk gaat iedereen hierin zijn en haar weg, en volgt er een besluit en een leven. En soms nog een leven erbij. Een goed leven, zelfs. Toch denk ik dat mensen vaak onderschatten hoe groot de impact is van het moeten nemen van dergelijke besluiten. Voor jezelf, voor je relatie. Het wordt vaak gezien als het zoeken en vinden van een oplossing. Maar het blijft, ook al is het kind nog zo welkom, altijd een plan B. De onbevangenheid waarmee anderen aan een gezin beginnen, zal er nooit meer zijn.

eerder geplaatst op 18-05-2014

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *