De angst onder ogen: artikel over EMDR, volkskrant

Psychologie: therapie tegen angststoornissen

De angst onder ogen

Hoe kom je blijvend van je angsten af? Misschien wel met een heel simpele methode, denken ze in Utrecht: volg mijn vinger.

Als de trein volstroomt met mensen, begint zijn hart te razen. Alles in Jonathans lijf schreeuwt dat hij daar weg moet. Gediagnosticeerd met een sociale fobie ervaart hij dit soort klachten al dertig jaar. Op het dieptepunt kwam hij zes jaar lang nauwelijks zijn deur uit. ‘Boodschappen doen in de supermarkt was dan de onderneming van de dag.’

Jonathan – 48, woonachtig in Amsterdam – is niet de enige in Nederland met een angststoornis. Het Trimbos Instituut meldt dat bijna 1 op de 5 Nederlanders ooit in zijn leven last heeft van angststoornissen als pleinvrees, paniekaanvallen of een algemeen angstgevoel.

Een gevierde techniek om ervan af te komen is de confrontatie aangaan. ‘Op een gegeven moment voel je dat het zo niet verder kan’, zegt Jonathan. ‘Pas dan ben je rijp om je angst onder ogen te zien.’ In zijn geval: door maar vaak genoeg in een volle trein of bus te stappen, al dan niet onder begeleiding van een therapeut. Zo snappen zijn hersenen langzaam weer dat die volle coupés geen reden tot doodsangst hoeven te zijn.

Een gevierde techniek om ervan af te komen is de confrontatie aangaan. ‘Op een gegeven moment voel je dat het zo niet verder kan’, zegt Jonathan. ‘Pas dan ben je rijp om je angst onder ogen te zien.’ In zijn geval: door maar vaak genoeg in een volle trein of bus te stappen, al dan niet onder begeleiding van een therapeut. Zo snappen zijn hersenen langzaam weer dat die volle coupés geen reden tot doodsangst hoeven te zijn.

Probleem is dat de angst vaak terugkeert. Onderzoekers van onder meer Yale University lieten eerder dit jaar zien dat eenderde van de genezen angststoornispatiënten na een jaar zijn klachten terugkrijgt. ‘De terugval is een groot probleem’, beaamt Marcus Huibers, hoogleraar klinische psychologie en experimentele psychotherapie aan de Vrije Universiteit. ‘Alleen bij depressies is die hoger.’

In Utrecht wordt nu onderzoek gedaan naar een ogenschijnlijk simpele methode om angstterugkeer te voorkomen: het met je ogen volgen van bewegende vingers, terwijl je ondertussen je vervelende herinneringen naar boven haalt.

Nieuw is deze techniek niet. Onder de noemer EMDR – Eye Movement Desensitization and Reprocessing – keken mensen met een posttraumatische stressstoornis al langer alle kanten op terwijl ze hun akelige gedachten uit het verleden naar boven haalden. Met succes: meer dan 70 procent ziet zijn klachten binnen een beperkt aantal sessies verdwijnen. Maar om terugval van andere angststoornissen te voorkomen werd de methode nooit gebruikt. Arne Leer, werkzaam aan de Universiteit Utrecht, promoveerde onlangs op deze nieuwe toepassing.

Maar hoe werkt het? ‘Vrijwel elke alledaagse taak kost de hersenen moeite: het werkgeheugen wordt dan belast’, zegt Leer. Dat gebied in de hersenen licht in de MRI-scanner op bij het verrichten van die taken. Wanneer je rekensommen maakt, maar ook wanneer je (akelige) herinneringen ophaalt. ‘Het verrichten van twee taken tegelijk is dusdanig belastend voor je werkgeheugen dat één van de twee niet meer optimaal gaat.’

Het interessante is nu dat herinneringen zich minder intens aan je voordoen wanneer je druk bent met het volgen van snel bewegende vingers. Je hoofd is even bezig met andere zaken.

Over wat er vervolgens gebeurt circuleren twee mogelijke verklaringen. Verklaring één: herinneringen worden door het drukbezette werkgeheugen in een minder intense staat teruggezet in je hoofd – reconsolidatie heet dat. Wanneer je je een herinnering voor de geest haalt kun je hem aanpassen. Informatie toevoegen, wegnemen, ridiculiseren: het zou allemaal mogelijk moeten zijn. Na de aanpassing gaat hij een stuk minder intimiderend terug je hoofd in.

Over wat er vervolgens gebeurt circuleren twee mogelijke verklaringen. Verklaring één: herinneringen worden door het drukbezette werkgeheugen in een minder intense staat teruggezet in je hoofd – reconsolidatie heet dat. Wanneer je je een herinnering voor de geest haalt kun je hem aanpassen. Informatie toevoegen, wegnemen, ridiculiseren: het zou allemaal mogelijk moeten zijn. Na de aanpassing gaat hij een stuk minder intimiderend terug je hoofd in.

Bij verklaring nummer twee dichten wetenschappers beleving een hoofdrol toe. Leer: ‘Mensen zijn soms bang voor hun herinneringen. Ze denken ze niet aan te kunnen.’ Ben je bang om flauw te vallen in de rij voor de kassa, dan kan alleen al de herinnering aan de keren dat dat gebeurde angstaanjagend zijn.

‘Door de herinnering op te halen terwijl ze druk zijn met andere dingen, durven mensen hem eerder onder ogen te zien.’ Jonathan zou bijvoorbeeld in een rustiger geestestoestand kunnen terugdenken aan de keren dat het misging in de trein. ‘Zo kunnen ze die akelige herinneringen eerder een plekje geven’, zegt Leer.

‘Het is natuurlijk een gekke therapie met die bewegende vinger’, zegt Huibers, niet betrokken bij het Utrechtse onderzoek. ‘In het begin was ik dan ook sceptisch. Zeker omdat het een enorme hype werd.’ Toch is de effectiviteit volgens hem inmiddels bewezen.

Ook Leer geeft direct toe dat het allemaal wat zweverig klinkt. Maar werken doet het dus wel.

Hij toont dat aan in experimenten waarbij proefpersonen piepjes horen. Honderdtachtig om precies te zijn, met steeds iets van een seconde ertussen, gemiddeld. ‘Direct na het horen daarvan moeten ze op een knop drukken, en wij meten de reactiesnelheid.’ Mensen zijn goed in deze eenvoudige opdracht; de reactietijd is nihil. ‘Laten we ze ondertussen naar bewegende vingers kijken, dan kost de extra taak ze reactietijd bij het drukken op de knop.’ Hoe sneller de vingers voor hun ogen bewegen, hoe langzamer ze reageren. ‘Zo hebben we een goede maat voor de hoeveelheid werkgeheugen die we belasten met een bepaalde beweegsnelheid van de vinger.’

De proefpersonen van Leer hadden het waarschijnlijk niet makkelijk. Hij conditioneerde ze door ze telkens na het horen van een luide toon ‘walgelijke’ beelden te laten zien van een jongen die in een vies toilet kotst. Op den duur vreesden de vrijwilligers die toon, merkte hij aan de antwoorden van vragenlijsten die hij terugkreeg. Ze wisten bij het horen ervan wat eraan ging komen.

Van die angst afkomen lijkt relatief simpel: vaak naar die luide toon luisteren, níét gevolgd door de smerige beelden, en je hersenen begrijpen snel genoeg dat er met die toon op zichzelf niets aan de hand is. ‘Maar de angst voor die kotsende jongen blijft stiekem toch opgeslagen in wat wij het angstgeheugen noemen’, zegt Leer. Wanneer de proefpersonen na enige tijd in een andere context opnieuw geconfronteerd worden met een luide toon, weten de hersenen opeens weer waar ze bang voor waren. De vertrouwde omgeving van Leers lab is weg. ‘Patiënten zijn dan dus weer terug bij af.’

Van die angst afkomen lijkt relatief simpel: vaak naar die luide toon luisteren, níét gevolgd door de smerige beelden, en je hersenen begrijpen snel genoeg dat er met die toon op zichzelf niets aan de hand is. ‘Maar de angst voor die kotsende jongen blijft stiekem toch opgeslagen in wat wij het angstgeheugen noemen’, zegt Leer. Wanneer de proefpersonen na enige tijd in een andere context opnieuw geconfronteerd worden met een luide toon, weten de hersenen opeens weer waar ze bang voor waren. De vertrouwde omgeving van Leers lab is weg. ‘Patiënten zijn dan dus weer terug bij af.’

Door ze actief te laten terugdenken aan de kotsende jongen terwijl ze bewegende vingers volgen, neemt de intensiteit van die herinnering af. Daarmee ook de angst; het walgelijke beeld wordt vager en minder onaangenaam. In de groepsgemiddelden van de vrijwilligers zag Leer duidelijk meer angstterugkeer bij de controlegroep.

Jonathan werkt tegenwoordig als vrijwilliger bij een telefonische hulplijn om mensen met zware angsten bij te staan. Het gaat relatief goed. ‘Hoe vaak mijn angstaanvallen de kop opsteken, hangt samen met mijn stemming. Donkere perioden in mijn leven gaan gepaard met meer paniek.’

Voor nieuwe therapieën als die van Leer staat hij open. ‘Mocht ik weer echt vast komen te zitten, dan zou ik alles aangrijpen.’ Wat hij vooral niet meer wil, is de angst vermijden. ‘Dat is als een gevangenis. Eigenlijk een nog grotere kwelling dan de paniek zelf.’

Voor nieuwe therapieën als die van Leer staat hij open. ‘Mocht ik weer echt vast komen te zitten, dan zou ik alles aangrijpen.’ Wat hij vooral niet meer wil, is de angst vermijden. ‘Dat is als een gevangenis. Eigenlijk een nog grotere kwelling dan de paniek zelf.’

Op verzoek van de geïnterviewde is de naam Jonathan gefingeerd.

BEKEND EN BANG

Paniekaanvallen achtervolgen de actrice Kim Basinger al sinds jaar en dag. In de documentaire Panic: A Film About Coping (HBO) praat ze over haar eerste aanval, die ze kreeg bij het boodschappen doen toen ze in de 20 was. ‘Mijn handen trilden. Ik zweette ontzettend en kon me niet bewegen.’ Toen het haar was gelukt naar huis te rijden, bleef ze zes maanden binnen.

De Amerikaanse golfer Charlie Beljan had tijdens een finalewedstrijd in Orlando, Florida (live op tv ) te kampen met een hevige paniekaanval. Hij dacht dat hij het niet zou overleven, vertelde hij later, en werd afgevoerd met een ambulance. Met zijn fysieke gesteldheid bleek achteraf gelukkig niets aan de hand – later zou hij het toernooi zelfs winnen.

Op haar 8ste kreeg Hollywoodster Emma Stone (o.a. Superbad, The Amazing Spiderman) een angststoornis, waar ze jaren voor in therapie ging. Toen ze 11 was, ontdekte ze het theater. Daar kon ze een beetje ontsnappen aan haar angstige gedachten. ‘Komedie gaf me een doel in mijn leven’, vertelde ze in Vogue Magazine. ‘Het podium leerde me om te gaan met tegenslagen.

Op haar 8ste kreeg Hollywoodster Emma Stone (o.a. Superbad, The Amazing Spiderman) een angststoornis, waar ze jaren voor in therapie ging. Toen ze 11 was, ontdekte ze het theater. Daar kon ze een beetje ontsnappen aan haar angstige gedachten. ‘Komedie gaf me een doel in mijn leven’, vertelde ze in Vogue Magazine. ‘Het podium leerde me om te gaan met tegenslagen.

Lees het hele artikel op volkskrant.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *