Sommige mensen bellen mij, maar komen niet opdagen voor hun eerste afspraak. Anderen hebben een flinke aanloop nodig, kijken eerst een tijdje mee op Twitter, lezen mijn blog. Ze worden aangespoord door partners of familie, of komen er niet zelf meer uit en gaan dan kijken wie ze kunnen inschakelen. En steeds meer mensen komen preventief, omdat ze weten dat ze een moeilijke periode tegemoet gaan en niet willen wachten tot ze vastlopen.
Deze week sprak ik minstens 3 mensen die iets hebben tegen praten over hun problemen, omdat ze bang zijn dat ze er dan geen controle op hebben. Ze zouden kunnen ‘ontploffen’, niet meer kunnen stoppen met huilen en daardoor niet meer kunnen functioneren. Dat is iets wat ik regelmatig bespreek met mensen, een veel voorkomende angst en, hoe begrijpelijk ook, een misverstand. Het is natuurlijk wel nodig om het praten over wat je bezighoudt – en dus het voelen van de emoties – goed te doseren, maar eigenlijk zorgt ons brein daar over het algemeen zelf voor. In gesprekken zorg ik samen met de cliënt voor een evenwicht. De een wil het liefst alles in een keer eruit gooien, de ander trekt aan de rem als het genoeg is geweest. Soms stel ik zelf voor om af te ronden. Het is natuurlijk niet precies met een schaartje te knippen, en er komt weleens een extra gesprek aan te pas, maar over het algemeen werkt het goed. Ik heb in al doe jaren nog maar een keer meegemaakt dat iemand opeens, zonder duidelijke aanleiding, de kamer uitstormde waarna ik haar ergens buiten het gebouw terugvond. Dat was moeilijk voor ons allebei, maar betekende een keerpunt in de begeleiding.
Om dit wat duidelijker te maken gebruik ik de ‘fietsbandmetafoor’: een band propvol met lucht staat onder grote spanning, als je er gedoseerd wat lucht uit laat daalt die spanning, als je er teveel lucht uitlaat en het ventiel niet op tijd dicht doet, wordt de band slap en kan je niet meer fietsen. Een mooie metafoor om met de cliënt uit te tekenen: wat maakt dat de spanning zich teveel heeft opgebouwd en hoe zorg je dat je weer zelf verder kan fietsen?