Dat is het precies!

Joop vindt het altijd leuk om mij te zien. Een bakkie te doen, te horen hoe het ervoor staat met mijn praktijk, en of ik nog wat verdien. Een grapje hier en een complimentje daar. Veel koffie. Ik warm me daar graag in en ga net wat vrolijker weg dan ik kwam. Grinnikend. Ook al zegt hij dat hij niks afweet van wat ik doe en dat hij zich er niets bij voor kan stellen, hij gunt mij hele goede zaken.

Intussen is het wel zo dat zijn leven het laatste jaar erg veranderd is. Hij is ziek en wordt niet meer beter. Ziet het ziekenhuis vaker dan hem lief is. En is, vermoed ik, al behoorlijk afscheid aan het nemen. Zijn opvolger loopt al op te warmen. Als ik Joop zie, onophoudelijk paffend, 200 kilometer per uur kletsend, schaam ik me voor mijn eigen zorgen. Ook een manier van opknappen.

cup-829091__180

 

Draagkracht en draaglast

Wat maakt dat de een al zijn leed lijkt te kunnen dragen zonder bederf van humeur, en dat de ander het allemaal zo moeilijk vindt dat er hulp nodig is? Het gaat om de balans tussen (zelf)vertrouwen, (financieel) succes en steunende relaties, en het gebrek daaraan. Ook: je kansen, sociale achtergrond, karaktereigenschappen.  Ik denk daarbij aan mijn moeder. ‘Die heeft niet vooraan gestaan bij het uitdelen’ en  ‘de duivel schijt altijd op de grootste hoop’ waren twee van haar favoriete uitdrukkingen. Zoveel factoren bepalen of jij je glas als halfvol of halfleeg ziet.

We zijn allemaal anders. Onze draagkracht is verschillend en onze draaglast niet eerlijk verdeeld. Althans, dat vinden degenen die de last lastig dragen. En dan heeft de een ook nog meer talent dan de ander om zich in wespennesten te begeven en daar te laat achter te komen.

 

‘Dat is het precies’.

Mensen die een verlies ‘verwerken’, doen dat ook allemaal anders. Op de een of andere manier hebben we het idee dat er een beste manier voor is, maar die is er niet en dat maakt onzeker. Temeer omdat mensen vaak niet schromen om hun beste manier te delen met iemand die in een rouwproces zit.  ‘Doe ik het wel goed?’ vragen mensen me vaak, en mijn standaard antwoord is ja. Omdat ik ze die vraag zeker niet toewens. Als je het op jouw manier doet, doe je het goed.  Jij moet het verdriet dragen, en dus is het zaak om dat zo ergonomisch verantwoord te doen.  Dat kost tijd, aandacht. Zoveel als nodig is. Maar ook zo weinig als mogelijk. Op een dag zei een cliënte, midden in het gesprek, opeens ‘Ja.’ Ik keek haar vragend aan. ‘Dat is het precies’, zei ze. Ik had geen idee wat ze bedoelde, want ik had niets bijzonders gezegd. Toch ging ze naar huis, opgelucht,  zonder een nieuwe afspraak te maken. Ze was klaar.

 

Vergis je niet

Soms denk ik dat de Jopen van deze wereld hun manier gevonden hebben door te besluiten dat er gewoon niets gedragen gaat worden. Punt. Maar wie zal het zeggen? Zeker is wel dat vrolijkheid en verdriet prima naast elkaar kunnen bestaan. En dat we ons daardoor danig kunnen vergissen in hoe het met iemand gaat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *